Tegenover open vragen staan gesloten vragen. Dat zijn vragen die beginnen met een werkwoord. De volgend vragen zijn voorbeelden van gesloten vragen:
Een gesloten vraag heeft als kenmerk dat het beantwoord kan worden met een kort “ja” of “nee”. Waardoor je de kans loopt dat er geen verdere informatieoverdracht plaatsvindt.
In coaching gebruiken we gesloten vragen over het algemeen minder dan open vragen. Toch kan het stellen van gesloten vragen nuttig zijn. Met name in situaties waarin je als coach iets wilt checken, een korte bevestiging of ontkenning wilt hebben op een situatie. Bijvoorbeeld: “Klopt het dat je toen niet wist wat te antwoorden?”
Een ander nadeel van gesloten vragen is dat ze snel sturend overkomen. Vaak ligt het oordeel van de vragensteller dan al besloten in de vraag. Bijvoorbeeld: “Ken je dan helemaal niemand die je hiermee wil helpen?” Of: “Volgens mij heb je 2 keuzemogelijkheden: A of B. Welke kies je?” Hiermee haal je alle vrijheidsgraden uit het gesprek voor de cliënt. Dat kan de bedoeling zijn, bijvoorbeeld als je wilt prikkelen of confronteren, maar pas op dat je hiermee niet te sturend en invullend bent op het ontwikkelpad van de cliënt.