Les 8 Hoe omgaan met een ‘veelprater’ of ‘babbelaar’?

Terugkomend op mensen die veel praten: het is heel normaal en zelfs wenselijk dat een cliënt in het eerste coaching gesprek uitgebreid aan het woord is. Juist door uitgebreid de gelegenheid te krijgen om het gehele verhaal te kunnen doen, geef je de cliënt alle ruimte, en de volledige aandacht. Wat weer versterkend werkt op het vertrouwen in jou als coach en in de openheid van de volgende gesprekken.

Maar wat nu als de cliënt in het 2e en misschien zelfs het 3e gesprek nog steeds heel lang en uitgebreid aan het woord is? Veel herhaalt en/of tot in detail alles uitwerkt? Het kan zijn dat je dan te maken hebt met een ‘veelprater’ of ‘babbelaar’: iemand die continu aan het praten is en daarmee de tijd van de sessie aan het volpraten is. Het effect hiervan is dat jij als coach nauwelijks gelegenheid hebt om vragen te stellen en dus ook niet kunt doorvragen naar diepere gevoelsniveaus, simpelweg omdat je daarvoor de tijd ontbreekt. En dat is wat een ‘babbelaar’ onbewust beoogt te bereiken: wegblijven van waar het emotioneel gevoelig of pijnlijk is. Daarmee is veel praten ook een ‘defensieve routine’ van de cliënt, een soort verdedigingsmechanisme dat wordt opgeroepen om pijnlijke situaties te vermijden.

We spreken in zulke gevallen ook wel eens van een ‘paling’: iemand die weggaat van waar het gevoelig is en probeert weg te komen van dit onderwerp.

Op zich is dit gedrag heel gebruikelijk en legitiem. We hebben allemaal wel eens de neiging om onprettige situaties uit de weg te gaan door er voor weg te lopen. Voor ons als coach is het belangrijk om deze situaties bij de cliënt waar te nemen, te herkennen en te benoemen. Dat laatste kan je direct tijdens dat gesprek doen of op een later moment.

Niet alleen de cliënt kan een ‘paling’ zijn. Ook de coach kan dit tijdens een coaching gesprek doen. Bijvoorbeeld als de coach aanvoelt dat een gespreksonderwerp gevoelig ligt bij zichzelf en dat hij/zij (onbewust) geen zin heeft om het gesprek daarover voort te zetten. Wat je dan in de praktijk kunt zien is dat de coach het onderwerp van het gesprek verandert. Zeker in oefensituaties waarbij een observator aanwezig is, kan hier achteraf op worden gewezen en worden doorgevraagd, teneinde de coach ervan bewust te maken dat hij/zij dit doet. Zodat deze coach door middel van zelfonderzoek erachter kan komen waarom dit onderwerp zo gevoelig voor hem/haar is en hier vervolgens aandacht aan kan schenken.

Een voorbeeld van een coach die een onderwerp vermijdt

Twee zussen waren met elkaar in gesprek waarbij de één de ander ging coachen. Het gesprek verliep vlot, er werd informatie uitgewisseld en de coachende zus slaagde erin af en toe verdieping in het gesprek aan te brengen. Op een gegeven moment kwam ‘moeder’ ter sprake. En op het moment dat het woord ‘moeder’ werd uitgesproken, stelde de coach een vraag over een totaal ander onderwerp.

Als observator van dit gesprek vroeg ik achteraf wat er gebeurde en waarom de coach plotseling een heel ander onderwerp aansneed. Beide ontkenden dat ‘moeder’ in het gesprek aan de orde is gekomen. Waarop ik besloot dit onderwerp voor nu te laten liggen.

Een paar weken later sprak ik de coach en kwamen we te spreken over haar familie van vroeger. Ook over haar moeder. Wat bleek, haar moeder had zelfmoord gepleegd toen beide zussen nog geen 15 jaar oud waren. Een vreselijke gebeurtenis die diepe sporen bij alle betrokkenen heeft nagelaten. Na de begrafenis van de moeder is hier echter binnen de familie nooit meer over gesproken, ook tussen beide zussen niet. Wat verklaarde waarom het onderwerp werd vermeden tijdens het coaching gesprek.

Wat te doen in situaties waarbij de coachee veel, vaak en langdurig praat? Er is eigenlijk maar één effectieve oplossing, en dat is onderbreken. Dat kan wat ongemakkelijk aanvoelen, maar het is zaak dat jij weer de regie over het gesprek (terug)pakt. En dat gaat blijkbaar niet met de subtiele signalen, die je ongetwijfeld al hebt afgegeven. Onderbreken dus, en dat kan op een vriendelijke maar duidelijke manier. Bijvoorbeeld door je hand op te steken met een glimlach op je gezicht. Als de persoon dan stopt met praten mag je hem/haar er bewust van te maken dat hij/zij erg lang aan het woord is. Bijvoorbeeld: “Het valt mij op dat je lang aan het woord bent en er veel onderwerpen bij haalt. Op zich is dat prima, maar ik wil vandaag graag verder inzoomen op de hulpvraag. Wat kan je daar nog meer over vertellen?”
9 van de 10 keer krijg je een reactie als: “ja, dat klopt wel, ik ben vaak wat lang van stof.” Of “goed dat je me onderbreekt hoor, mijn partner zegt ook altijd dat ik maar doorpraat.” Waarmee de coachee aangeeft zich bewust is van deze eigenschap en het prima vindt dat jij hem/haar onderbreekt om verder te komen in het gesprek.
Herhaal deze interventie telkens weer en spreek ook gerust af dat het ‘hand opsteken’ voor jullie het signaal is dat jij wilt onderbreken en de coachee mag stoppen met praten. Op die manier houdt je het speels en tegelijkertijd duidelijk.

Als jezelf een andere manier van onderbreken prettiger vindt, (bijvoorbeeld ‘kuchen’ of ‘voorover gaan zitten’ etc.) is dat natuurlijk prima. Zolang als jouw manier maar effectief is en direct tot resultaat (coachee stopt met praten) leidt. Het terugnemen van de regie door jou op dit moment in het gesprek is namelijk cruciaal en zet de toon voor de volgende gesprekken.