Les 5 Welke ademruimtes gebruik jij? Borst- en of buikgebied; een test.

Een combinatie van buik- en borstademhaling stelt ons in staat een maximale hoeveelheid zuurstofrijke lucht in te ademen en verbruikte lucht weer uit te ademen.

Om te ontdekken hoe jij deze ademruimtes gebruikt voer je de volgende test uit.  

Stap 1

  • Ga zitten met een rechte rug op een stoel.
  • Maak eventuele riemen of strakke taillebanden los.
  • Plaats één hand op de borst en één hand op de buik.
  • Blijf een aantal minuten stil zitten, terwijl je naar zachte muziek luistert om jezelf af te leiden van je ademhaling.


Stap 2

  • Als je lichaam eenmaal gewend is, richt je aandacht dan op je handen en begin bij de hand die op je borst ligt.
  • Wat voel je onder je hand tijdens de inademing?
  • En wat voel je tijdens de uitademing?

Stap 3

  • Focus dan op de hand die op je buik ligt.
  • Voel je daar beweging tijdens de inademing of juist tijdens de uitademing?
  • Verandert er iets in je ademhaling nu je op de hand op je buik focust?


Stap 4

  • Focus dan op beide handen, de hand op je borst en je buikgebied.
  • Wanneer je beide handen voelt bewegen, welke beweegt dan eerst bij een inademing? Of bewegen ze tegelijk?
  • Wanneer je beide handen voelt bewegen, welke beweegt dan eerst bij een uitademing? Of bewegen ze tegelijk?

Onthoud deze volgorde; zo ziet je ademhalingspatroon er op dit moment uit.


Uitleg

Als de hand op je borst heen en weer beweegt dan:

  • Blijft het middenrif stijf terwijl je ademt.
  • Wordt alleen de bovenste helft van je longen met lucht gevuld.
  • Gaat er veel minder zuurstof naar je organen, inclusief je hersenen.
  • Daarnaast betekent een gebrek aan beweging van het middenrif dat zowel je lever als je hart onvoldoende gestimuleerd worden. Het ‘masserende’ effect van de beweging van je middenrif ontbreekt. Dit resulteert in onvoldoende circulatie in je lever, je hart en je darmen.


Als de hand op je buik heen en weer beweegt dan:

  • Ontvangt de bovenste helft van je longen niet voldoende zuurstof.
  • Gaat het grootste gedeelte van de zuurstof naar het onderste deel van de longen.
  • Is het in het algemeen beter om vooral via de buik te ademen dan alleen via de borst. Het middenrif is dan mobieler. Het nadeel is echter dat er nooit echt goed wordt uitgeademd en dat de borstkas nooit volledig gebruikt wordt.


Als beide handen afwisselend heen en weer bewegen dan:

  • Adem je op de juiste manier.
  • Stroomt eerst de lucht naar het onderste deel van de longen (je buik komt naar voren), en dan komt het in het bovenste gedeelte van de longen (de hand op de borst gaat bewegen).
  • Beweegt bij de uitademing de lucht uit de borst richting de buik terwijl hij wordt uitgestoten (de hand op de borst gaat iets eerder bewegen dan die op de buik).


Als je correct ademt, zijn er tegelijkertijd twee processen gaande bij een inademing:

  • Het middenrif wordt omlaag geduwd. Hierdoor wordt de ruimte in de romp groter, zodat de longen kunnen uitzetten.
  • De ribbenkast zet uit.


Als je correct ademt, zijn er tegelijkertijd twee processen gaande bij een uitademing:

  • De ribbenkast trekt weer samen.
  • Het middenrif beweegt omhoog, zodat de longen leeglopen en de lucht naar buiten gaat.