Les 3 Waar gebruiken wij de representatiesystemen voor?

Bij het coachen gebruiken we de representatiesystemen bovenal om het rapport met de cliënt te versterken. Kijk hiervoor ook nog even terug in het lesmateriaal bij de Verbale Afstemmingsvariabelen. Het versterken van het rapport doen we door vragen te stellen die aansluiten bij het voorkeurssysteem van de cliënt.

Aan iemand met een Visueel voorkeursysteem vraag je bijvoorbeeld:

  • “Hoe zie je dat voor je?”
  • “Wat zag je toen?”
  • “Kan je die situatie eens schetsen?”

Aan iemand met een Auditief voorkeursysteem vraag je bijvoorbeeld:

  • “Hoe klinkt dat voor je?”
  • “Wat hoorde jij daarbij?”
  • “Resoneer jij daarop?”

Aan iemand met een Kinesthetisch voorkeursysteem vraag je bijvoorbeeld:

  • “Hoe voelde je je toen?”
  • “Waar voelde je dat in je lichaam?”
  • “Werd je daar warm of koud van?”

Aan iemand met een Digitaal voorkeurssysteem vraag je bijvoorbeeld:

  • “Wat is er onduidelijk voor je? “
  • “Wat was het plan hierachter?”
  • “Snapte je het toen?”

De kennis van het representatie voorkeursysteem van de cliënt stelt jou als coach ook in staat om bijvoorbeeld de snelheid in een gesprek aan te passen aan de cliënt.

Daarom gebruiken we dikwijls aan het prille begin van een serie coaching gesprekken de Representatie voorkeurentest om achter het voorkeursysteem van de cliënt te komen.