Er zijn verschillende redenen waarom iemand verslaafd kan raken. Er zijn risico vergrotende en beschermende factoren. Risicofactoren vergroten de kwetsbaarheid voor verslaving, beschermende factoren verkleinen die. Geen van de factoren op zichzelf is de oorzaak van de verslaving. Het vergroten van de persoonlijke weerbaarheid is een factor die beschermt tegen de ontwikkeling van of het doorslaan in een verslaving. Goed voor jezelf zorgen, voldoende uitgerust zijn, je lichaam voeden in plaats van vullen en voldoende bewegen en sporten zijn manieren om de persoonlijke weerbaarheid te vergroten.
Een gezonde leefstijl zorgt er immers voor dat je beter in je vel komt te zitten. Gezond leven kan daarom bijdragen aan het verkleinen van de kans op (of het handhaven van) verslavingen. Andere manieren om persoonlijke weerbaarheid te vergroten zijn het volgen van speciaal daarop gerichte programma’s onder professionele begeleiding, bijvoorbeeld om te leren om groepsdruk te kunnen weerstaan.
2.1 Erfelijkheid
Alcoholproblemen ontstaan vaak door een combinatie van factoren. Erfelijkheid kan hierbij een rol spelen. De meeste kinderen van ouders met alcoholproblemen krijgen zelf géén alcoholproblemen. Ze hebben wel meer kans op deze problemen dan andere kinderen. Door erfelijke aanleg lopen ze namelijk iets meer risico. Erfelijkheid is nooit de enige reden dat iemand alcoholproblemen krijgt. Het karakter van iemand en hoe hij/zij omgaat met problemen zijn ook van invloed. Daarnaast speelt de omgeving een rol, bijvoorbeeld of vrienden veel drinken.
2.2 Persoonlijke oorzaken
Je karakter kan je beschermen tegen verslaving of juist kwetsbaar maken. Ook spelen gevoeligheid voor spanningen, persoonlijkheidsstoornissen, opvoeding, problemen thuis of op het werk een rol.
2.3 Invloed omgeving
Hoe gemakkelijker er bijvoorbeeld met alcohol wordt omgegaan en/of hoe gemakkelijker alcohol verkrijgbaar is des te eerder kan alcoholgebruik leiden tot te veel drinken en op den duur tot verslaving.
2.4 De rol van hormonen
Je eigen hormonen spelen ook een rol bij verslavingen. Dopamine bijvoorbeeld maakt gelukkig. Na een lange dag op werk kom je thuis, plof je neer op de bank en schakel je de televisie aan om je favoriete programma te kijken. Maar er mist iets. Je hebt zomaar, opeens, ongelofelijke behoefte aan bijvoorbeeld chips. Maar zo ´opeens´ is dit eigenlijk niet. Je verlangen naar chips wordt veroorzaakt door een reactie van je hersenen die je aan chips doen denken iedere keer dat je op de bank neerploft. Om gedrag dat we prettig vinden te stimuleren, geven de hersenen iedere keer dat je dit gedrag uitvoert het stofje dopamine af. Dopamine brengt een genotsgevoel teweeg en beloont daarmee het gedrag. Omdat je dit genotsgevoel iedere keer ervaart wanneer je chips op de bank eet, associeer je televisiekijken op de bank in de loop van de tijd met het eten van chips en de ervaren beloning, en ontstaat de behoefte aan chips of een glaasje bier of wijn of een sigaret.
2.5 Dopamine
Dopamine is een prikkelende neurotransmitter die geproduceerd wordt in de hersenen en die betrokken is bij de beloning van gedrag. Naast de beloning van gedrag speelt dopamine ook een rol bij vele andere hersenprocessen en aandoeningen; van migraine en misselijkheid tot leren en motivatie, en van de ziekte van Parkinson tot depressies. Dopamine is ten dele verantwoordelijk voor de spierbeweging en het reguleren van ademhaling, honger en eetlust.
Dopamine wordt niet voortdurend afgegeven, maar het wordt uitgestoten wanneer je dingen doet die volgens de hersenen beloond moet worden, zoals sporten, eten, seks en verliefd zijn. De afgifte van dopamine brengt een golf van genot teweeg. Het plezierige gevoel dat je krijgt zorgt ervoor dat je het dopamineopwekkende gedrag wilt herhalen. Dingen die een onmiddellijke beloning geven hebben voor de hersenen een grotere waarde dan zaken waar je op de lange termijn wat aan hebt.
Het is niet verwonderlijk dat dit ‘plezierhormoon’, zoals dopamine ook wel wordt genoemd, een rol speelt bij allerlei verslavingen en slechte gewoontes. Dopamine is de chemische neef van de amfetaminen, stoffen die te vinden zijn in stimulerende drugs. Wanneer middelen zoals heroïne, alcohol en nicotine worden gebruikt, zorgt het in de hersenen voor een flinke stoot dopamine. Dit effect heeft een verslavende werking. Ook eten doet het dopaminegehalte in het lichaam stijgen. Dat zorgt ervoor dat we gestimuleerd worden om te (blijven) eten.
Onze hersenen zijn gelukkig in staat om dit gedrag te onderdrukken. Bij veel verslaafden is deze functie echter verzwakt. Wanneer je bijvoorbeeld wilt stoppen met roken of minderen met alcohol, kun je het jezelf makkelijker maken als je het patroon van snelle dopaminebeloning weet te doorbreken. Je kunt zelf je dopamine verhogen door ‘de snelle beloning van het roken of van de alcohol’ bewust te vervangen door andere, gezondere beloningen. Vaak is dit gemakkelijker wanneer je een nieuwe ‘omgeving’ voor jezelf creëert, die nauw samenhangt met de positieve kanten van je nieuwe leefstijl. Anders gezegd moet de bedrading in de hersenen worden verlegd, zodat je voortaan dopamine aanmaakt als je bijvoorbeeld groenten eet of sport. Het helpt als je structuur biedt aan de beloning van je nieuwe gewoonten, bijvoorbeeld door altijd op hetzelfde tijdstip te gaan sporten.